Iedere (oud) klooriaan, die geboren is tussen 1945 en 1955, herinnert zich ongetwijfeld “Speeltuin De Honte”, ongeveer gelegen op de plaats van de huidige voetbalvelden. Deze speeltuin werd, als ik terugkijk, geopend in de zomer van 1957. In mijn (kinder)ogen was dit de mooiste en grootste speeltuin die ik ooit gezien had. Een onnoemelijk hoge glijbaan die in golvende beweging naar beneden ging, een familieschommel, gewone schommels, een draaischijf die je draaiende moest houden door er hard op te lopen, een rolton, die je rollende hield door erin te lopen (later ging men er ook in liggen, terwijl een ander liep), rekstokken, klimrekken, ringen, een draaimolentje en achteraan een aantal zandbakken (in de buurt van de toiletten). Vanaf het Marijkeplein liep je door een smal pad naar de ingang waar een hokje stond met een loket; hier zat Charles (Sjarel) Hense, die je abonnement controleerde, of waar je een toegangskaartje kon kopen. Hij verkocht ook snoep, o.a. van die vierkante schuimblokken in roze en geel, toen voor mij ongeveer het lekkerste snoep wat er was. Ze kostten 5 cent per stuk, mijn wekelijkse inkomen in die tijd. Voordat die speeltuin feestelijk geopend werd, ging er voor ons als kinderen, en voor onze moeders, nog de nodige voorbereiding aan vooraf. Er werden regeltjes opgesteld (ik denk door de school), waaraan men moest voldoen om te worden toegelaten tot de speeltuin. Een van die regels was, dat de meisjes verplicht een sportbroek moesten dragen, al dan niet onder hun jurk of rok. Begrijpelijk , wij moesten tenslotte netjes ondersteboven aan de ringen of de rekstok hangen. De sportbroek die aan de normen voldeed, was te koop bij Rijk (uit de advertentie “ga Rijk gekleed”) in de Cloosterstraat. Mijn moeder probeerde nog een voordelige manier te vinden door een lange broek van mij af te knippen tot boven de knie en een elastiek door de pijpen te rijgen, maar dat bleek geen succes en daarna mocht ik toch ook mee om een sportbroek te passen bij Rijk. Het was een groene, ik zie ze nog zo voor me. Als je een abonnement nam op de speeltuin, kreeg je een plastic muntje met daarop de letters S.D.H. Het eerste jaar een wit, het tweede jaar een groen, elk jaar een andere kleur. Dit muntje werd, door het gaatje wat erin zat, aan de binnenkant in je broekzak genaaid, zodat je het altijd bij je had. Zonder die broek kwam je sowieso niet binnen. In mijn herinnering was ook de kapelaan nauw betrokken bij het hele gebeuren rond de opening van de speeltuin. Wat ik nooit vergeet is, dat we op zekere dag, ik denk vlak voor de opening, onze sportbroek aan moesten naar school. Waarschijnlijk om te laten controleren of die wel aan de norm voldeed, een andere reden zou ik niet kunnen bedenken.
Op die dag kwam de kapelaan in de klas en we moesten van de non allemaal naast de bank gaan staan. Op haar bevel: “Laat meneer kapelaan jullie mooie sportbroek eens zien”, deden wij allemaal onze rokjes omhoog. (!!!?????) Een paar jaar geleden kwam dat tafereel me ineens weer voor de geest. Wat toen, door ons als kinderen, heel gewoon gevonden werd, zette me nu toch wel aan het denken. Wellicht zijn er leeftijdgenoten die zich dit ook nog herinneren.
De dag van de feestelijke opening was een hoogtepunt voor iedereen. Vanaf het bovenste plateau van de glijbaan, keek je over de massa mensen heen, het leek of je over de hoofden kon lopen. Ik vraag me af of iemand daar foto’s van heeft. En de jaren daarna………wat hebben we gespeeld, hele lange vakanties brachten we door in die speeltuin, van ‘s morgens vroeg tot sluitingstijd, boterhammen mee. In mijn beleving was het ook altijd mooi weer, je kon er altijd heen.
Er werd aan het eind van het seizoen (ik geloof de laatste zaterdag van augustus) ook een speeltuincorso georganiseerd, met praalwagens en verklede groepen. Een keer heb ik ook meegelopen in een oude Hulsterse klederdracht die we nog op zolder hadden, met zo’n kanten muts en een omslagdoek (die eigenlijk in huis aan de schouw hing), met geleende zwarte hoge schoentjes die een maat te klein waren, door de Cloosterstraat bij een temperatuur van 30 graden. Heel Klooster was op de been. Het was het hoogtepunt van de zomer. ’s Avonds was er in de speeltuin in de openlucht van alles te doen. Er kwam minstens één bekende zanger of zangeres of bekende groep (o.a. de Selvera’s helemaal uit Holland) om op te treden. Van heinde en ver kwam de jeugd daar naar toe.
Wanneer en waarom die speeltuin later verdwenen is, is me ontgaan, omdat ik op een gegeven moment vertrokken ben uit het dorp. Maar als ik aan die vijftiger/zestiger jaren terugdenk, is dat zeker met een glimlach en een goed en tevreden gevoel over mijn jeugd in Kloosterzande.
Hermine (Lernout) –Marcelis
(van de fietsenmaker)