In de Dreef op Groenendijk, hadden de Franciscaner zusters van Etten de kleuters onder hun hoede op de bewaarschool.
De kakschool werd dat netjes door ons genoemd. De klasjes waren ingedeeld in een kleine en een grote kant. Twee rijen voor de vier jarigen en twee rijen voor de vijf jarigen. Jongens en meisjes strikt gescheiden van elkaar.
Je ontmoette elkaar alleen “gemengd” op het schoolplein en onder het portiek met de meisjes van de lagere school. Soeur Oda en soeur Liduina hielden streng toezicht op het kleine grut.
Het was in het laatste jaar van de oorlog,1943-1944 dat ik dit instituut bezocht. Als een van de zusters in de klas met een belletje rinkelde, dan moesten we snel onder de bank duiken. We hadden geen benul wat hiervan de reden was.
De fijne motoriek in ons nog kleine lichaampjes werd door hen getraind en geactiveerd met ”lapkes ploezen” en boetseren met klei op een zeilke. Van gekleurde reepjes papier maakten we ”werkjes” zoals een paasmandje, een wijwaterbakje of een vlechtmatje. De met volle overgave geproduceerde prullaria, werd in een schriftje geplakt, dat we vol trots aan onze ouders lieten zien.
Een andere oefening was met een balletje aan een koordje draaien, zowel links als rechts om. Met dit zelfde instrument kon ook geschommeld worden van links naar rechts en van voor naar achter en tenslotte ook nog diagonaal. Op straffe Gods, was het verboden om je linker handje te gebruiken.
Een linkshandige werd gewoon de hand op z’n rug vast gebonden hetgeen mijn jongere broertje een keer is overkomen.
En je moest er vaneiges bidden, heel veel bidden, tot je alles van buiten kon.
Iedere ochtend werd begonnen met het Wees Gegroet, het Onze Vader, de Oefeningen van Geloof, Hoop, Liefde, en tot slot de Oefening van Berouw.
wie doet het, en wie kent ze nog?Het werd er klassikaal ingestampt, wat gepaard ging met het nodige lawijt.
Op de lagere school beperkten de gebeden zich tot het Onze Vader en het Wees Gegroet. De meer dan 40 kinderen in de klas dreunden ook hier iedere ochtend hun gebed godsvruchtig af, waarna de les begon.
Ik was zeven jaar,en zat in de tweede klas bij juffrouw van Laere, toen op een dag begonnen werd met het ochtendgebed. Zoals gewoonlijk, werd dat klassikaal en luid opgedreund. Die ochtend ging dit kennelijk niet geheel naar haar zin,want ze had al twee of drie keer geroepen om op te houden met het oneerbiedig aanbidden van de Heer. Ik had de handjes vroom gevouwen vóór mijn gezicht. Mijn elleboogjes rustten op de schoolbank en was volledig verzonken in het gebed, met daarbij de oogjes vroom gesloten. Van haar bevel om het gebed te staken had ik niets gehoord door mijn diepe Hemelse concentratie.
Haar tweede en mogelijk ook haar derde bevel, had ik niet gehoord en dreunde in mijn eentje gewoon aandachtig en luid door: “Gezegend zijn alle Vrouwen ” toen door haar een niet misselijke oorvijg aan mij uitgedeeld werd waardoor ik in huilen uitbarstte.
Mijn melkgebitje was dan nog wel volledig in tact, maar mijn wang voelde aan als een gloeiende pan op Vastenavond.
Een zuiver schoolvoorbeeld van kindermishandeling!
Het kan ook niet anders dan dat God haar hiervoor heeft bestraft.
Indien Hij haar heeft bestraft met een doodzonde, dan zit ze voor eeuwig en altijd in de Hel bij de duvels. En als Hij haar bestraft heeft met een kleine zonde, dan heeft ze hiervoor een zwarte vlek op haar blanke reine ziel gekregen.
Ik hoop dan ook dat ze die vlek eel lank in het Vagevuur hebben moeten afbrannen zodat ze het zelf ook eens goed gevoeld heeft voordat ze het eeuwig Koninkrijk mocht binnen komen.
Ik heb het haar inmiddels vergeven. Maar vergeten?
NOOIT van m’n leven!