16. Petètters Raôpen

16. Petètters Raôpen 2018-11-28T15:29:17+01:00

Oostelijk van de Tasdijk liggen de schone Kruispolder en de Schaperspolder. Daar zaten nogal wat boeren mee grote blokken land.
Hierop stonden dan ulder bêêten, terf, juin en ook petètters vaneiges.
Ze hadden veel meer petètters dan dat ze zelf konden oprapen.

Enen boer was nogal n’n groten. De‘n baos van die affaire was ook  êêl breed en dik. Hij woog zeker zo’n honderd en twintig kilo.

In de grote augustus vakantie was het  een schoon werkske voor de schoolkinderen om die petètten te gaan raôpen.

Zo heb ik voor hem ook eens een paar weken in de petètters gezeten.

Die werden root voor root mee ’n petètter rooimachine en een koppel pjèrden uitgerejen.
Die petètters vlogen dan wel eens een meter of drie-vier vanachter dat massien over het land.
Dat kwam omdat die pjèrden dan veel te hard aan die rooier snokten.

Ik was een jaar of tien elf. Van dat bukken en gesjouw met die zware mandes petètten, die iedere keer een stuk verzet moesten worden,had ik een ôôp pijn in mijn mieter gekregen. Diën dikken boer was niet zo vriendelijk als ik gedacht had.
Het was niet gauw goed bij hem. En van betalen was hij ook al niet zo royaal. Wel was het natuurlijk mooi meegenomen wat je kreeg.

Na een volle week zwoegen op het land, kreeg ik zaterdag middags toch een tientje dat door hem hoogstpersoonlijk in de boerenkeuken werd uitbetaald.Ik klemde het biljet stevig tussen mijn linker duim en de knokkel van mijn wijsvinger.

Zo snel ik kon, reed ik daarna op de fiets van mijn moeder naar huis om met enige trots haar het door mijzelf verdiende briefke te laten zien.

Nu was de organisatie van het Oranjecomité een keer op de ludieke gedachte gekomen om op Koninginnedag een voetbalwedstrijdje te organiseren tussen Walsoorden en Kruisdorp.
Het probleem was alleen dat Kruisdorp genen keeper had.
Van Walsoorden werd bovendien gedacht dat die veel sterker waren dan Kruisdorp.
Daar deden namelijk een paar jongens mee uit het Nieuwe Diep.
Die konden wel een beetje voetballen, maar je moest voor hen ook goed uitkijken.
Kwam je bij hen in de buurt, dan kon je maar beter je scheenbeschermers aan hebben.

Nu wilde Kruisdorp zich liever niet zomaar laten inmaken en  besloot om sterk op de verdediging  te gaan spelen.

Van erremoei werd toen diën dikken breejen petètterboer gevraagd om tussen de goalpalen de ballen tegen te houden.
Hij moest gewoon maar een beetje in het midden op de doellijn gaan staan.
Verder moest hij laten zien dat t’íj êle grote anden aôij door wat mee zijn êrmen te zwaôien.
Walsoorden zou dan wel een beetsjen bang oren, dachten ze. Met dit strategisch plan werd gedacht dat er voor Kruisdorp wel een gelijk spelleken in zou zitten.

De kans dat er toch nog enen in zou vliegen werd niet zo erg hoog ingeschat.
De meeste ballen zouden toch over de lat of neffest de goalpaôlen terecht komen.

Bij de aftrap van de wedstrijd bleek den gelegenheidskeeper het hele tactisch strijdplan al vergeten te zijn.

Bij de eerste de beste aanval van Walsoorden nam hij, volledig tegen de instructies in, toch een dapper uitlôôpken in een sportieve poging de bal te veroveren en het schotje te smoren.

Bij deze te waarderen actie, waarbij zijn ruim bemeten keepers pet door de lucht zeilde, 7 stuiterde hij met zijn volle gewicht in de slappe klei van het veld waarin hij roerloos bleef liggen.

Vier sterke spelers met de meeste merg in hun knuisten hebben hem toen uit de klei getrokken en op een brancard gelegd.

Daarna werd hij in allerijl met een ziekenauto afgevoerd waarna de wedstrijd werd afgeblazen. Of de vliegende keeper daarna fysiek en psychisch nog volledig is opgekrabbeld, weet ik niet. Ik heb hem in elk geval nooit meer gezien, en heb ook nooit meer petètters voor hem geraapt.