Na de oorlog was men op Klôôster op cultureel gebied weer snel opgekrabbeld. De voormalige paardenstal van Piet Serrarens, die via de cour te bereiken was achter het Hotel van Leuven, was omgebouwd tot een plek waar verschillende activiteiten konden plaats vinden. Een multi functionele ruimte noemen ze dat tegenwoordig.
Er werd bijvoorbeeld een toneelstuk opgevoerd door toneelvereniging “De Scheldegalm”, of een zangmiddag of avondje gehouden door de juist opgerichte zangvereniging ”De Zonnestralen”. In de weekenden werd er gedanst door de Rooms- Katholieke middenstandsjeugd of werd er op het witte doek een humoristische zwart-wit film gedraaid van de komiek Charly Chaplin of van het koppel Stan Laurel en Oliver Hardy.
Voor een echte bioscoopfilm in kleur moest je in ”De Koning van Engeland” zijn in Hulst. De techniek en accommodatie was daar veel vooruitstrevender. Voor zestig cent kon je er derde rang, in een pluchen zetel neervlijen.
Voor een film werd er op Klôôster en Groenendijk reclame gemaakt door middel van affiches, die voor de ramen van ”publiek toegankelijke plaatsen” opgehangen werden zoals café ’s, restaurants, winkels en uiteraard bij de kapper,ons thuis.
Onder aan de affiche zat er een reductiestrookje dat 10 cent korting gaf op de voorstelling. Sommige mensen vroegen om het strookje er af te mogen knippen dat uiteraard met een royaal gebaar werd toegestaan. ( …….)
Het zal kort na de oorlog zijn geweest dat er in Hulst de film draaide met de titel: ”GOUDEN STAD” een Duitse speelfilm uit 1942 die zich in de omgeving van Praag afspeelt. Een louche neef maakt zijn nicht zwanger en gaat daarna terug naar zijn oude liefde, waarna die nicht zelfmoord pleegt.
De ”geestelijkheid” op Groenendijk had lucht gekregen van deze, in hun ogen, slechte film, al dan niet ingefluisterd door het bisdom Breda. Zij wisten immers nauwkeurig hoe lang een korte broek voor de jongens behoorde te zijn.
Ook was hen precies bekend hoe lang het jurkje, en de mouwkes van een bloeske voor een meisje moesten zijn, met de knoopjes kuis tot boven toe gesloten uiteraard.
In de film kon wel eens iets kunnen gebeuren wat voor het oog verborgen moest blijven. Verondersteld werd dat het tegen het zevende of het negende gebod was, wat verderfelijk was.
Op de zondagmiddag waarop de filmvoorstelling in Hulst vertoond zou worden meende de pastoor vanaf de kansel in de Missen van 07.00 uur, 08.30 uur en 10.00 uur te moeten verbieden om de gewraakte film te gaan bekijken.
De kanselrede door de geestelijken te Groenendijk, bleek echter averechts te werken en ook niet tegen dovemansoren gezegd te zijn van de filmliefhebbers.
Na de predicatie ging het verbod om de film te gaan zien, als een lopend vuurtje door het dorp. Het gevolg was dat ”iedereen” ging kijken, óók degenen die dat niet eens van plan waren!
Een betere reclame om de “Koning van Engeland” bomvol te krijgen had men in Hulst niet kunnen wensen !