01. Nieuwe verhalen van vroeger

01. Nieuwe verhalen van vroeger 2018-11-29T10:35:20+01:00

Herinnering aan een voorval dat mij altijd al zowel bijzonder als komisch, is bijgebleven .Het kwam weer helemaal tot leven bij het lezen van je boek waarin de verhalen in de kapsalon in Kloosterzande ,anno veertig vijftiger jaren,door Ad Franken aan een breed publiek werden prijs gegeven.
In die tijd woonden wij,de Fam.Sterringa,in de Cloosterstraat / Molenstraat .Onze buren aan de oostkant, Fam.Goossens, aan de westkant resp .Eggermont, Hiel, en Van Jole .Onze tuin was diep evenals de tuin van Van Jole. In een punt kwamen ze bij elkaar bij een bruggetje vlak bij buitenren van de kippen van Neeteson . Dit was een schitterende sluipweg naar de tuin van Neeteson waardoor de contacten op het niveau van naaste buren lagen. Dees Van Jole was naast drogist en schilder ook erg geïnteresseerd in de duivensport.Hij had zelf geen duiven maar was vóór de oorlog ook regelmatig supporter bij mijn vader die toen ook besmet was met dat ,,virus”. Hij speelde regelmatig in de prijzen tot beider genoegen. Tijdens de oorlog moesten de duiven opgeruimd worden van de bezetters omdat ze berichten zouden kunnen over brengen die tegen hen gericht waren. Na de oorlog heeft m’n vader die hobby niet meer opgestart,maar de vader van mijn vriendjes Jan en Rinus Neeteson ,wél.
Ze hadden voor de oorlog een groot huis laten bouwen aan de Willem de Zwijgerlaan. Uiterst lux voor die tijd. Met een WC voorzien van waterspoeling,een centale verwarming gestookt met cokes,de kolenbunker naast de ketel met een grote schop erbij. Een grote keuken- bijkeuken -fietsenhok- berging ,en boven de berging een duivenhok .helemaal ingericht naar de beste voorwaarden uit die tijd.
Om het huis was alles verhard met schelpen. Als ze na verloop van tijd wat teveel waren ingelopen kwam er weer een nieuwe karrenvracht overheen waarna het weer als een lieve lust kraakte als je er overheen liep.
Tegen de muur van het fietsenhok stond een brede bank waar je gemakkelijk met z’n vijven op kon zitten. Dat was dan ook steevast het geval als er een belangrijke vlucht was gepland en de duiven werden thuis verwacht.
Het was altijd een heel ritueel zo’n thuiskomst en spannend. Per slot waren er aardige prijzen mee te winnen .Maar de eer voor de kampioen was zeker zo belangrijk .Elke seconde télde dus. Daar was het volgende op gevonden: Dees VanJole kwam dik op tijd om te assisteren,er werd een tafeltje neer gezet met daarop de ,,constateur”( registratieklok) waar de ring van de vlucht die elke duif om de poot had ingeduuwd moest worden .Een slinger aan de zwengel- een belsignaal —-en de tijd van aankomst kompleet met de duifkenmerken was geregistreerd .
Als alle duiven binnen waren of de termijn voor,, prijsvliegen” verstreken,ging iedere duivenmelker naar het café waar met spanning de uitslag van de vlucht werd vastgesteld .
Het ritueel bij ,,Co. Zonne” zoals Dhr.Neeteson werd genoemd,verliep als volgt : Als een duif zich los maakte uit een groep duiven die met grote snelheid en nog hoog in de lucht over vlogen en de kennelijke bedoeling had bij Co. Zonne neer te strijken ging hij als een speer de trap op naar het duivenhok om zodra de duif binnen was deze te ontdoen van de ring. Dees Van Jole stond beneden klaar, ving de ring op,stopte hem in de constateur,draai aan de slinger,klaar is Kees!
Zo ook toen er een topwedstrijd was uitgeschreven vanuit noord Spanje waar iedere duivenmelker al lang naar uit keek. Bij zo’n lange vlucht zijn de aankomsten vanzelfsprekend ook meer gespreid en is het op tijd aanwezig zijn een must. Op de Zondag dat het moest ,, gebeuren “ging ik via de tuin en de kippenren van Neeteson ,samen met Dees VanJole in z’n schoongewassen stofjas richting ,, de bank “om de duiven te zien binnenkomen. Het was een schitterende zonnige dag en iedereen ruim op tijd. Ver voor de eerst verwachte aankomst. Het zal een uur of twee geweest zijn dat er nog vóór dat je het voor mogelijk hield dat er een duif al binnen zou kunnen komen, de topduif al op de plank zat. Omdat de duif zo onverwacht snel was had niemand hem zien binnenkomen. Op slag grote paniek. Neeteson stuiterde als het ware de trap op. Iedereen zenuwachtig ! Neeteson maar roepen en met eten in een bakje rammelend om de duif te bewegen zo snel mogelijk binnen te komen en hem te ontdoen van deze ,,gouden” ring. Dat lukte. Dees stond al gespannen klaar om de ring op te vangen en te ,,constateren. Daar kwam de ring, Dees ving —-trillend van de zenuwen,—-keek in z’n handen : Geen ring !! Waar is de ring ? waar is de ring ? Op de grond tussen de schelpjes? Nergens een spoor van de ring ! Zo snel als Neeteson naar boven was gestuiterd, zo snel was hij nu op vergelijkbare manier weer terug. Er mocht geen seconde verloren gaan. Dit was de hoofdprijs ! Wij,de kinderen Tjesse-Jan en Rinus,moesten op de bank blijven zitten omdat we anders misschien de schelpen over de ring zouden gooien en zodoende de ring aan het zicht zouden onttrekken. Misschien wel begraven .Met koortsachtige ijver en inmiddels compleet over de rooie ,werd de omgeving waar Dees had gestaan, uitgekamd .De mouwen van Dees al binnenste buiten gekeerd.De actieradius werd steeds wat opgerekt,misschien was de ring op een grotere schelp weg gestuiterd? Wij waren met z’n drieën inmiddels ook al ingezet om op de blote knieën in de scherpe schelpjes cm. voor cm. af te zoeken. Zonder resultaat! Neeteson was inmiddels na eerst tegen radeloos aan te hebben gezeten, helemaal stil gevallen en zat onderuit gezakt op de bank. We waren al een uur later. Als er nu resultaat zou worden geboekt zou dat zeker nog wel een prijs op leveren maar zeker geen hoofdprijs. En wát voor een hoofdprijs!!
Er kwamen nog een paar duiven binnen, ze waren nog goed op tijd voor zo’n afstand. De topduif met een toptijd. De vertwijfeling, de onmacht, ging over in een stille berusting met ongeloof.
Met zijn allen naast elkaar zonder nog wat te zeggen,ieder met de eigen gedachten. Voorover gebogen ellebogen op de knieën hoofd in de handen, zo zat Dees daar niet wetend of hij daar schuldbewust moest zitten zijn of dat hij aan iets anders moest denken. De stofjas viel wat open en opzij. Dan een indringende harde vloek !! En nog één…….
De ring!! De ring—- in de omslag van z’n broek!!.
Het is niet te geloven. Die ring had kans gezien om zich min of meer onder de stofjas door in de boekomslag te nestele, afgeschermd voor het zicht,door die zelfde stofjas.
De ring is nog wel in de constateur geregistreerd en viel,meen ik,nog in de prijzen. Wel wat bleekjes en zonder de glans.

Met vriendelijke groeten ; Tjitske/Tjesse Sterring